Ik heb er al eens vaker over geschreven. Regels moeten
er zijn, maar we dreigen er zo langzamerhand in om te komen.
Als een computerfanaat zijn beveiliging hoog opvoert, kan het maar zo zijn dat
hij niet meer met zijn computer kan werken. De perfectionist komt vaak om in de
chaos die hij veroorzaakt. In de gezondheidszorg dreigt men ten onder te gaan aan
regels.
Aanleiding dat ik nu weer over deze zaken achter de computer kruip, zijn de
regels die we ons opleggen om de CO2 uitstoot in een aantal jaren te verminderen.
De huizenbouw wordt stilgelegd, huizen moeten aardgasloos worden. Auto's
moeten elektrisch worden etc. Het scenario hoe dat allemaal precies moet en wie
dat betaalt lijkt pas achteraf ingevuld te worden. De snelle maatregelen worden
vaak door milieuactivisten op vrij agressieve wijze op de kaart gezet (zonder
duidelijk plan t.a.v. de gevolgen). De economische gevolgen die het een en ander
heeft zal het uitvoeren van de plannen niet gemakkelijker maken. Hierop zullen
de populisten wel weer een antwoord hebben en zal er op "democratische" wijze
het een en ander teruggesleuteld worden. Windmolen parken op zee, terwijl
tegelijkertijd bekend wordt dat er in de draaiende gedeelten van deze
molens schadelijke stoffen verwerkt zijn. Hoe valt dat te rijmen? Zijn de
gevolgen voor het milieu wel bekend? Nu de asbesthysterie over is en voor veel
geld alles is gesaneerd hebben we het PFAS probleem (Poly en Perfluoralkyl
stoffen) in de grond. Het ene probleem is nog niet voorbij of het andere
dient zich al weer aan. De politiek laat zich gemakkelijk paaien door de
activisten, die vaak een duidelijke kern van waarheid verkondigen. Maatregelen
voor verandering worden ondersteund door subsidies, die weer verdwijnen als alles
een beetje loopt. Of er volgt een krom beleid omdat men ook de populisten als
kiezer wil behouden, of na verloop van tijd blijkt dat de soep niet zo heet is
als hij werd opgediend.
Bij dit alles wil Nederland graag voorop lopen en het braafste jongetje van de
klas zijn in de wereld. Wanneer we dit blijven doen is het niet onmogelijk dat we
straatarm worden en een soort ontwikkelingsland zoals sommigen beweren. Eer is
volgens mij alleen te behalen door er gezamenlijk wereldwijd wat aan te doen. Van
die gezamenlijkheid is voorlopig gezien de afgelopen klimaatconferenties nog
geen sprake. Tot die tijd natuurlijk doen wat mogelijk is, maar wel met mate.
P.S. Ik vraag me wel eens af of de activisten er werkelijk wat voor over hebben. Geen vliegvakanties, max. snelheid 100km per uur, duurder aardgasloos huis, o.h.a. minder comfort en luxe???
Ik leg net het boek weg van Ilja Leonard Pfeijffer: Grand hotel
Europa. Dit boek was al een tijdje een hype op de boekenmarkt en ik vond het de
moeite waard om te lezen.
Allereerst houd ik wel van satire dat dicht ligt bij cynisch, maar toch net iets
positiever overkomt. Allereerst gaat het natuurlijk over de zin, maar vooral
onzin van toerisme. Afgezien van de vervuiling en de CO2 uitstoot, is reizen over
de hele wereld met of zonder doel een dagelijks item geworden. Wat de reiziger
zelf gaat doen: de wereld ontdekken, vakantie houden, was vroeger alleen voor de
welgestelden weggelegd. Nu is het voor ieder bereikbaar. Afgezien van de grote
economische welvaart, die ermee gepaard gaat kennen we allen mensen waarvan je je
afvraagt wat ze aan de andere kant van de wereld gedaan hebben. Wat toerisme
betreft lopen mensen bepaalde plaatsen plat omdat je die "gezien moet
hebben". Niet alleen de overspoelde steden, maar ook de natuur heeft daarvan te lijden.
Verder liet ik een glimlach gaan op de wijze waarop hij kunst
beschrijft. Hij durft zich te wagen aan de vraag wat kunst eigenlijk is. Hij durft
te beweren dat sommige moderne kunst echt "shit" van de hoogste orde is en daar
kan ik me heel goed in vinden en maakt dat ik vaak snel ben uitgekeken in musea
van moderne kunst. Er zijn ook mensen die er de halve wereld voor rondreizen om
naar zo'n museum te gaan. (waarbij ik helemaal niet wil zeggen dat sommige
noviteiten niet de moeite waard zijn om te bestuderen.) Het duidelijkste voorbeeld van
nonsenskunst was voor mijn de banaan die met tape tegen de muur was
geplakt, waarover het volgende geschreven werd:
De exorbitante vraagprijs voor een echte banaan die met een strook grijze tape
aan de muur is geplakt, maakte direct al veel los. Maar een dag later, op
zaterdag, werd het kunstwerk van de Italiaanse kunstenaar Maurizio Cattelan pas
echt breaking news.
Daarvoor zorgde ene David Datuna, een in New York gevestigde kunstenaar uit
Georgië. Op de kunstbeurs Art Basel Miami pulkte hij het kunstwerk van Cattelan
van de muur om het vervolgens bedachtzaam op te eten. „Ik ben een hongerige
kunstenaar”, zei Datuna. „Kost dit echt 150.000 dollar? Smaakt goed. Heeft u er
nog meer?”
Ik ben dus niet de enige met twijffels.
Prettige feestdagen en een goed en gezond 2020 voor allen die dit lezen.
in overweging
Misschien moeten we
soms gewoon dat
doen wat ons
gelukkig maakt
en niet dat wat
misschien het beste is
Sinds september 2019 heb ik me aangesloten bij de "Hezenberggroep". Deze groep ziet er ongeveer uit als een probusgroep, maar heeft een heel ander achterland. Ontstaan uit een soort reformatorische Bijbelgroep worden allerlei onderwerpen besproken. Vaak is een recent boek de leidraad. Zo langzamerhand is de groep diverser geworden en zijn verschillende religies aangesloten. Een van de uitgangspunten is, dat men elkaar laat uitpraten als men het woord heeft, en dat opvattingen niet negatief bekritiseerd worden. Alles bijeen zijn dat eenmaal per maand tot nu toe interessante ontmoetingen. Een voor een worden we uitgenodigd n.a.v. een hoofdstuk onze visie te geven op een onderwerp. Zo was ik aan het begin van het jaar aan de beurt. Ga er maar aan zitten: Het betreft het boek van Rowan Williams: Wat is heilig? Nooit gedacht dat ik me hierin zou kunnen/willen verdiepen.
De bijbel van vandaag: Lezen en luisterenAl sinds mensenheugenis heeft men het idee,
dat de mens in principe geneigd is tot het kwade. Religies, filosofen en vele
wetenschappers hebben dit ondersteund. Blij verrast was ik het boek van Rutger
Bregman te lezen. Hij doet in ieder geval zijn best om dit beeld te nuanceren.
Op een of andere wijze is de mens gek op negativiteit. Het nieuws is hier een
goed voorbeeld van. Het positieve jeugdjournaal moest verdwijnen, wegens te
weinig belangstelling. Het gewone journaal floreert in tijden dat er oorlog,
ellende, ongelukken ed. te melden zijn. Kleine problemen worden breed
uitgemeten. Op dit moment worden we doodgegooid met het coronavirus en is het
zelfs zo dat door allerlei vaak onnodige maatregelen het dagelijks leven lijkt
te stagneren en de hele economie in elkaar zakt. Wat precies de oorzaak van ons
collectieve negativisme is, is me helaas nog niet helemaal duidelijk.
Bregman draait het meeste naar het positieve. Hij laat zien in sommige gevallen
hoe het negatieve tot stand komt. Communicatie komt aan de orde. Bij onze bijna
onbeperkte mogelijkheden moeten we niet alles maar voetstoots aannemen.
Nieuwsbrengers hebben hierbij een belangrijke taak. Het is duidelijk dat zij
beïnvloed worden door hun baan, de zijde waarin ze in de wereld staan en wat er
van hen verwacht wordt. Het is een probleem dat de mens nogal goedgelovig is en
zich op "gezag" makkelijk laat beïnvloeden. Opleiding en scholing zou hier iets
aan kunnen doen, maar is voor velen in deze wereld onvoldoende. Zelfs een man als
Bregman, moet soms na verloop van tijd erkennen, dat een visie die hij aanhing
toch de onjuiste was.
Ik heb het al eerder gezegd. Ik heb nog nooit een pasgeboren kind in de handen
gehad, waarvan ik geloofde dat er iets slechts mee was. Ik geloof in het goede in
de mens, zonder naïef te zijn. Ik zou het liefst naar een positief
journaal kijken en een positieve krant hebben, maar ik ben nog op zoek. Bregman
brengt voor mij weer een beetje evenwicht in het geheel, de moeite waard om te
lezen.
Een beetje raar woord. Het woord wandelen zit erin en het woord lust, in de zin denk ik "van behoefte hebben aan". Het is de titel van een boekje over wandelen. Rebecca Solnit, Amerikaanse, is politiek activiste, kunstcritica en cultuurhistorica. Ze heeft het geschreven na een soort uitdaging van haar omgeving. Nu was zij heel actief en had wel een klik met wandelen, maar zoals te verwachten is er ook veel van haar wetenschappelijke achtergrond in het boek opgeschreven. Ondanks het feit dat anatomie en fysiologie mij meer boeien heb ik het boek ter hand genomen om ook kennis te nemen van een andere "kijk".
Ik zal enkele "flarden" opschrijven die me
bijgebleven zijn.
Allereerst viel me op dat er kennelijk door de hele geschiedenis vanaf de
oudheid denkers geweest zijn die hun gedachten op papier hebben gezet na een
wandeling, lang of kort. Jean Jacques Rousseau groeide op in de omgeving van
Geneve en lijkt een typisch voorbeeld hiervan te zijn. Hij schreef zelf dat hij
de inspiratie uit de natuur haalde. Liet deze kennelijk op zich inwerken en kon
zo zijn gedachten formuleren. Kierkegaard, een andere filosoof/denker, groeide op
in de stad Kopenhagen. Hij deed op zijn wandelingen kontakten op met anderen,
maar had deze liever zonder al te veel gesprekken om zich heen als achtergrond.
Het doet me zelf een beetje aan de 4 daagse denken, waar ik vaker na een
wandeldag achter de computer een verhaal schreef, zonder met veel mensen
gesproken te hebben, maar wel sommige voor mij herkenbare woorden verder door
gaf.
Wandelen wordt door schrijfster wel heel breed genomen. Protestmarsen,
demonstraties, bergbeklimmen, afstandsmarsen voor het goede doel of juist om de
prestatie, alles valt eronder. Zij vraagt zich terecht af waar de grens tussen
wandelen en politiek of andere zaken zich bevindt. Marcheren kan een vorm van
wandelen zijn, maar was voor de Hitlerjugend en later voor de socialistische
beweging meer politiek of patriottistisch gekleurd.
Wat de geschiedenis betreft viel op dat wandelen vaak als iets gezien werd voor
de lagere sociale milieus. In de middeleeuwen was lopen voor de armen, de rijken
gingen per paard of koets. Wandelen was in de middeleeuwen zelfs een beetje
"dirty". Als je als man wandelde was je een vagebond en als vrouw een sloerie.
Dat veranderde in de tijd van romantici. Om niet teveel op te vallen
maakten de rijken fraaie tuinen en lanen waar ongebreideld door hen gewandeld
kon worden. Hoge hekken en hagen om hen aan het gezicht te onttrekken. De
opstand tegen deze zaken in Engeland waar de armen liever in een fraai gebied
liepen maar door uitsluiting aangewezen waren op saaie buitenwijken van hun
smerige geïndustrialiseerde stad, heeft lang geduurd. Uiteindelijk moesten de
grootgrondbezitters bij wet recht op overpad geven. Aanvankelijk waren de
pleinen en parken ook het domein van de rijken en heeft het tijden geduurd
voordat het brede publiek er mocht komen.
Nog een ander hoofdstuk uit het boek was me uit het hart gegrepen. Het is me
vaker opgevallen bij het boodschappen doen,dat de mensen bij voorkeur bijna voor
de ingang van de winkel willen parkeren .Ze blijven liever wachten, dan een
stukje verder waar voldoende plaats is te gaan staan. Bij een sportcompex is dit
hetzelfde .Niet te ver lopen naar de ingang en dan een uur bv. op een
loopsimulator staan, vaak ook nog voor het nodige geld .Het is merkwaardige
wereld waar het lopen op een band geprefereerd wordt boven een wandeling in de
natuur .We gaan ook liever naar de fysiosport vaak dan zelf op pad te gaan .Ik
vind dit een rare ontwikkeling maar het heeft iets te maken met de manier waarop
we leven. Status,wat doet een ander? wat is de gewoonte etc.
De uitgebreide verhalen van beroemde en minder beroemde dichters, essayisten,
schrijvers e.d. die door steden dwalen hebben me minder geboeid.
In de maand april 2020 wanneer ik dit schrijf, zitten we al weer een week of 6 in de tijd van de coronacrisis. We zijn gegrepen door een nog min of meer onbekend virus, waartegen de mens nog niet goed bestand is. Aan de ene kant konden we het aan zien komen, maar de impact die het zou hebben, heeft ertoe geleid dat bewust of onbewust men te laat heeft gereageerd. De gevolgen van dergelijke situaties waren in horror en scienfiction verhalen al wel beschreven. Vergelijken met de pest in de middeleeuwen en de Spaanse griep gaan maar gedeeltelijk op, maar schetsen wel hoe de maatschappij op zijn grondvesten trilt. We zijn inmiddels via omzwervingen gekomen in een langzame daling van het aantal ziektegevallen. Hoe de maatregelen zijn genomen heb ik met belangstelling gevolgd. Maatregelen werden wegens onbekendheid vaak extreem genomen. Daarna kijken hoe het gaat. Dreigen met angst voor besmetting en dood was de ondertoon en hebben de mensen van gedrag doen veranderen. Enerzijds zijn er mensen die zich punctueel aan de regels houden, anderen weer niet. Dat komt omdat de regels niet in alle gevallen zijn vol te houden. Ethische kwesties komen veelvuldig aan de orde. Moet iemand in de zorg helpen als de regels daar niet te handhaven zijn? Als er onvoldoende beschermend materiaal is? Moet het beschermend materiaal bij voorkeur naar de ziekenhuizen of ook naar andere zorginstellingen? Hoe handhaving en onvoldoende middelen hebben om veilig te werken? Moet je de economie plat leggen ten faveure van de gezondheidszorg en moeten straks mensen door inkomstenverlies in armoede gaan leven? Welke keuzes men gaat maken in deze, daar ben ik benieuwd naar; maar het volk begint te morren. Ik denk dat de stem van het volk de politiek zal gaan corrigeren. Gezondheid en leven zijn natuurlijk van groot belang, maar we zullen moeten kiezen, of een paar doden meer niet beter is dan een niet meer te organiseren samenleving. Dus m.i. in stappen lock down, perspectief bieden dat hoop geeft, en zeker niet dreigen met een tweede schub, als die er ooit komt (niemand weet dit).