Binnenstebuiten 11

De onbekendheid van de toekomst (lot) is de charme van het leven

Ik ben een nieuw boekje aan het schrijven met boven genoemde titel. Ik vraag me af wat het toch is dat de mens zo graag in de toekomst kijkt. Dat is altijd al zo geweest en heeft zoals we zien ook connecties met religie.
In de jaren voor Christus waren het vaak vele waarom-vragen over weer en klimaat, over infectieziekten en erfelijkheid binnen dynastieën. De gelovige mens van toen zocht het in de goden, die wel verantwoordelijk daarvoor zouden zijn. Zij bouwden tempels en er waren mensen die zich opwierpen als vrienden van de goden. Zij hadden hoog aanzien als ze goede voorspellingen deden, maar werden bij "mislukken" van hun voorspellingen vaak ook snel in diskrediet gebracht. Bij deze vrienden als het hun goed ging vond het zgn. "Godsyndroom" plaats. Ze waanden zichzelf god, en macht en religie kwamen vaak samen. Tot in de middeleeuwen was religie en macht nauw met elkaar verbonden. Religie werd bijeen gehouden door het instituut Kerk, dat door dreiging met hel en verdoemenis de mensen volgzaam maakte. Enfin we zijn er helaas nog niet van af. Ook de Grieken en de Romeinen kenden het voorspellen van de toekomst b.v. in het orakel van Delphi.
Mensen voorspellen dus nogal graag, het zit als het ware in het bloed.
Iets van de toekomst weten is natuurlijk wel gemakkelijk en we moeten dat in zekere zin ook omarmen. Vele innovaties in de geschiedenis zijn ontstaan na perioden van ellende, angst of plagen. Hierbij moet gezegd dat ook veel innovaties zijn ontstaan door serendipiteit (een beetje bij toeval). Rö-stralen en de uitvinding van penicilline zijn hier een voorbeeld van.
Net als de voorspellers uit het verleden is het ook in de coronatijd gegaan. Velen hebben zich erop geworpen met uitspraken op basis van een goed stuk non-wetenschap. De antivaxxers worden nog verguisd en de wetenschappers hebben nog het voordeel van de twijfel, maar als we zien wat we bereikt hebben met al onze voorspellingen is dat nog maar weinig. We leren een beetje met het virus omgaan en begrijpen dat we er nog niet van af zijn en mogelijk er niet van af komen. Of dat erg is weet ik niet.

In deze tijd waarin we van alles over de toekomst willen weten zullen er mensen en profeten opduiken die het zeggen te weten, maar ik zou zeggen: wees blij dat je niet alles weet, dat is de charme van het leven.

naar boven

#Me too en ander grensoverschrijdend gedrag

We zitten middenin de hype van het RTL programma: "The Voice". Dit programma brengt jonge mensen via een competitie naar een situatie dat ze kunnen doorbreken op de markt. Een jury van bekende artiesten maakt uit waar je uiteindelijk terecht komt. Deze jury heeft zich bij een aantal personen seksueel misdragen. Er komen steeds meer details bloot van hoe het binnen deze jurygroep min of meer usual bussiness was. De nodige koppen zijn gerold en de juryleden hebben er flink van langs gekregen. Het programma is inmiddels gestopt. Merkwaardig dat dit zo lang in de doofpot is blijven zitten maar ook weer niet zo verwonderlijk. Jonge artiesten doen er alles voor om de top te bereiken en houden maar liever hun mond. Dat soort zaken hebben we ook al gezien bij de begeleiders van jonge topsporters op allerlei nivo's. Ook in de zorg en met name in de gehandicaptenzorg is het bij de begeleiders soms kommer en kwel. De huidige staatssecretaris deed een wollige uitspraak: "Je moet met je tengels van jonge kinderen, zeker die afhankelijk zijn, afblijven". We zullen behalve maatregelen in de meldzorg, aktie moeten nemen in de instituten waar opvoeding in het vaandel staat. Straffen is ok. maar lijkt weinig te helpen.

Ps .Ik las recent nog het boek van Beatrijs Smulders: Bloed: een vrouwengeschiedenis. Het is een voor de helft autobiografisch verhaal van een vrouw die opgroeit in een streng katholiek artsengezin in Brabant. Na een turbulente fase in de flowerpowertijd aan de universiteit van Amsterdam wordt ze vroedvrouw met hart en ziel. Tijdens de bevalling komen vaak de verhalen los van seksuele intimidatie en verkrachting, en de impact die dat op het verdere leven van die vrouwen heeft.

naar boven

Waarom ongelijkheid tussen mannen en vrouwen?

De waarheid over Eva, hoe de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen ontstond.

Schrijvers: Carel van Schaik (gedragswetenschapper en evolutiebioloog) en Kai Michel (historicus en literatuurwetenschapper).

Kunnen mannen, meestal opgegroeid in een patriarchale maatschappij een objectief verhaal schrijven over vrouwen en in dit geval over een gevoelig onderwerp betreffende de nog steeds aanwezige ongelijkheid?

Het is weer "big news": de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vrouwen zijn in de minderheid in de topbanen. Er zijn te weinig vrouwen in het leger, in het kabinet etc. Vrouwenorganisaties, feminisme of wat dan ook hebben kennelijk weinig impact gehad. Hoe is dat allemaal zo gekomen? Wat zit er achter deze geschiedenis?
Veelal wordt het boek Genesis van de Bijbel aangewezen. Een vrouw uit de rib van een man. Een vrouw die haar man verraadt en er toe brengt van de verboden vrucht te eten. Dat kan toch alleen minderwaardig zijn. We vragen ons niet af hoe de Bijbel tot stand gekomen is. Waarschijnlijk verhalen uit overlevering uit een tijd dat er allerlei andere zeden en gewoonten waren. Deze verhalen vertellen natuurkijk niet de waarheid, maar werden in de trant van de tijd opgeschreven. Waarom houden we, hoewel niemand er echt meer in gelooft, ze toch "in ere"? Als ik het verhaal van Lale Gűl lees, dan is het bij de Moslims nog echt aan de orde, alhoewel zij wel erg bevooroordeeld is in het negatieve.
Vele mensen hebben er in het verleden van alles over beweerd, religies (en vooral kerkgenootschappen). Wetenschappers, zowel van de exacte als van de literaire kant. Alles uiteraard erg gekleurd. Er zijn zelfs mensen die beweren dat het komt omdat vrouwen in principe niet kunnen samenwerken, door aangeboren bitcherigheid, hoe kun je dan opklimmen in de maatschappij of de maatschappelijke orde? Schrijvers zeggen er alles aan gedaan te hebben om er een objectief verhaal van te maken.

Er wordt zeer lang en uitvoerig ingegaan op de formulering van de vraagstelling. Ongetwijfeld heeft dit te maken met de achtergrond van de schrijvers. Je hebt ook het idee dat ze de vraagstelling aan alle kanten willen onderbouwen. Dit maakt het geheel moet ik zeggen niet leesbaarder. Ze menen dat het helemaal niet zo is dat het Eva-taboe, zoals ze de achterstand van de vrouw noemen (de vrouw gehoorzaamt niet, trekt de man mee in het bederf en zit dus tweemaal fout). Het staat niet in de oorspronkelijke Genesis waarvan er ook twee versies zouden zijn. Een religieuze en een profane. De religieuze, opgemaakt door geestelijken, zeg priesters, is de versie die het Eva-taboe in de wereld gebracht heeft en tot de dag van vandaag gedomineerd heeft.

Bijbelgeleerden en historici vermelden dat er analoge verhalen aan Genesis zijn te destilleren uit archeologische vondsten in de vroegere hoofdstad Ugarit van het Babylonische rijk. In deze nog polytheïstische tijd wordt een verhaal beschreven van een aartsengel: Horon die kritisch was over de schepping van de oppergod. Hij werd gestraft door gedeeltelijk mens te moeten zijn en de lasten zoveel mogelijk op zich te moeten nemen om de mensen een goed leven te laten leiden. Hij wordt zo nu en dan afgebeeld als een slang. Het lijkt erop dat hij een soort erfzonde kreeg en zelf lijkt hij een beetje op een goede duivel, maar van een hel wordt niet gesproken.

Feiten:

Mensen willen graag naar de oorsprong. De vraag is of er een begin geweest is als Adam en Eva. Gezien het verhaal van de evolutie waarschijnlijk niet. Toch zijn er nog vele goed opgeleide mensen die er bewust of onbewust aan vast houden.

Schrijvers introduceren twee evolutiemodellen. De biologische evolutie zoals we die kennen en waarbij het door selectie van voorkeurskenmerken het na eeuwen komt tot een verandering van de soort (gedrag, gewoonten). En de culturele evolutie, deze gaat via overlevering en verhalen en verandert zo dingen veel sneller. Deze evolutie zorgt veel sneller voor veranderingen en is waarschijnlijk veel belangrijker in het verleden geweest als de biologische.

De historische ontwikkeling van de mens als jager verzamelaar naar tussenvormen en uiteindelijk naar de sedatieve mens, die op een plaats woont wordt geschetst. Daarbij de ontwikkeling van de homo erectus naar de homo sapiens en de al dan niet opeenvolging van de aapmens of in een aparte soort. De voornamelijk culturele evolutie behoudt op een of andere manier steeds een paternalistisch karakter, hetgeen door de vrouw steeds geaccepteerd wordt of noodzakelijk is (of afgedwongen wordt).

De biologische evolutie noemen ze de eerste natuur, de culturele de tweede natuur. Omdat de tweede natuur snel kan veranderen en de eerste er eeuwen over doet kunnen ze elkaar behoorlijk in de weg zitten en zelfs schade berokkenen. Een voorbeeld is de obesitas of zwaarlijvigheid. Deze is voornamelijk ontstaan door een zittend leven en veel voedsel (ook fastfood!). Dit veroorzaakt meer hart en vaatziekten, al dan niet gepaard gaande met suikerziekte.

Is er een reden om te denken dat de gewone of culturele evolutie richting het patriarchaat gegaan is? We weten het niet zeker maar waarschijnlijk niet.

Wanneer we bij de dieren beginnen, lijkt de gestalte van het mannetje, zijn opsmuk e.d. erop dat hij de belangrijkste is. Toch is de gewone evolutie en trouwens ook de culturele maar een richting en dat is het behoud van de soort, de voortplanting. De opsmuk van de mannetjes heeft mede te maken met het imponeren van de vrouwtjes, maar veel vaker zijn het kenmerken waarmee hij andere mannetjes imponeert en zo de vrouwtjes voor zich wint. Er zijn ook gevallen waarbij het vrouwtje de grootste is en het mannetje imponeert (sommige spinnen, de bidsprinkhaan, de sperwer). Het grotere vrouwtje heeft dan een andere taak bij het grootbrengen van de jongen en soms broeden de mannetjes het ei uit (sommige pinguïns). Bij de mens is de man groter en behendiger nog uit het jager-verzamelaar-tijdperk. In de culturele evolutie profileert hij zich door kennis of rijkdom, als instrumenten om zijn kroost groot te brengen. Waarschijnlijk ook wel om de vrouw te imponeren. De strijd om de sterkste is hier al lang voorbij. De geschiedschrijving legt zwaar de nadruk op het mannelijke heersen, maar de vraag is of dat juist is, en er geen andere verklaring is.

In de gewone evolutie kennen we mannen en vrouwen (bij uitzondering interseksen). Er bestaat ook nog het begrip gender, een beetje lastig te vertalen uit het Engels. Het betekent t.a.v. seks hoe men zich voelt. Het is iets dat zich de laatste tijd en vooral in de culturele evolutie heeft ontwikkeld.

Het gegeven blijft dat in de biologische evolutie het man of vrouw zijn zich niet heeft ontwikkeld in de zin van patriarchaat of ongelijkheid maar in de zin van ogenschijnlijk erop lijken, maar het gevolg zijn van ontwikkelingen om het nakomelingschap zo veilig mogelijk te laten opgroeien.

Aan de man wordt over het algemeen macht toegekend. Toch is het wellicht vaak schijn.

Wanneer het voor de man duidelijk is wanneer bij de vrouw de oestrus is (uiterlijke kenmerken of gedrag), gaat hij in de dierenwereld op jacht naar de vrouw. Hij kan er vrij zeker van zijn dat paring leidt tot een zwangerschap en dat de jongen van hem zijn. Hij zal zijn vrouwtje vaak agressief verdedigen om haar voor zichzelf te behouden en doodt de jongen die nog bij haar zijn als hij de kans krijgt. Veel vrouwtjes kunnen echter met elkaar een sterk verbond aangaan om het gedrag van de mannetjes het hoofd te bieden. Bij veel dieren is de oestrus niet zichtbaar. De mannetjes die willen paren hebben dus een veel geringere kans dat ze de vader zijn van het nakomelingschap. Het kan wel en met de mogelijkheid dat hij de vader is gedraagt hij zich een stuk rustiger naar haar eerdere jongen.

Bij mensen is de oestrus niet duidelijk zichtbaar, alhoewel lang gehuwden een bepaald gedrag menen te onderkennen. Wel stijgt rond die tijd de lichaamstemperatuur vaak een graad, hetgeen later leidde tot de mogelijkheid van geboortebeperking: zgn. periodieke onthouding (wat een niet erg effectieve methode overigens lijkt).

Rond de jaren 10-20000 voor Chr. zijn er veel zgn. "venusbeeldjes" gevonden. Deze zouden kunnen wijzen op belangrijke matriarchale invloeden. Maar … deze beeldjes waren vaak voluptueus met vele nadrukkelijke geslachtskenmerken. Grote borsten, vulva's en billen. Vaak ook zonder armen of benen. Bij nader bestuderen wellicht: artistieke fantasie van hoe mooi of lelijk iets kan zijn.

Het blijkt uit de loop van de geschiedenis dat de klimatologische omstandigheden een belangrijke indicatie waren hoe gezin, stad en land werden vorm gegeven. Dat ging als volgt. Was er weinig te eten en trokken de mensen verder als jagers verzamelaars, dan was er meer een gelijkheid tussen man en vrouw. Ze zorgden samen voor het voedsel en de opgroeiende kinderen in het gezin. Was er overvloed, dan werd het volk meer sedentair en ontstonden tussen families en ook binnen het gezin verschillen in macht en importantie, met vaak als resultaat dat de vrouw het onderspit moest delven.

In slechtere tijden, die in het verleden nog al eens bestonden als er weinig voedsel voor handen was, hadden de vrouwen het moeilijk. Door minder voedsel waren ze vaker ondervoed en kregen gemakkelijker infecties door verhoogde vatbaarheid. Vooral tijdens de periode dat ze kinderen kregen.

Alhoewel archeologische vondsten soms lijken te wijzen in de richting van langere perioden van matriarchaat, wijzen evenveel gegevens naar het tegengestelde. Een langdurige periode van matriarchaat heeft mogelijk nooit bestaan.
In 2-3 duizend voor Chr. was er een grote nederzetting ontstaan langs het einde van de oevers van Tigris en Eufraat. Volgens archeologische vondsten is het toen goed mis gegaan met de gelijkheid man-vrouw. Er was een sedentaire gemeenschap omdat de grond vruchtbaar was en men genoeg te eten had. De bevolking groeide explosief en er kwam toch een gebrek aan voedsel. Het gebied werd uitgebreid richting Turkije en langs de Griekse kusten. Er was minder wild en vaak klein wild en de mannen hadden weinig mogelijkheden om grote trofeeën binnen te halen die hen aanzien gaven. Mannen gingen mede door voedselschaarste eerst elkaar te lijf en deden aan koppensnellen als trofee, maar later ging men over tot vrouwengevangenneming voor trofee, slaaf in allerlei opzichten. Vrouwen kregen meer kinderen waardoor ze kwetsbaarder werden zowel door infecties als door uitputting en ze werden nu ook als trofee gebruikt door de rivaliserende volkeren, met alle vernedering van dien.

Wat ik niet wist en lees, is dat bezit eigenlijk nog niet zo’n heel oud fenomeen is. Het is ook ontstaan in de periode dat de mens sedentair werd. De tijd daarvoor, die van de jagers verzamelaars, was het eigenlijk niet bekend. Alles was gezamenlijk en erop gericht dat de samenleving in stand bleef en vooral te eten had. Hield men zich niet aan de regels dan werd je door het collectief van de gemeenschap wel op het matje geroepen en waren er sancties. Toen de gemeenschap sedentair werd, ontstond het begrip bezit. Men spaarde voedsel en andere nuttige dingen en die moesten natuurlijk beschermd worden. Zo ontstonden er legers en rangen aangewakkerd door jaloezie. Er ontstond ook een soort rangorde in mensen, meer belangrijke en minder belangrijke en de vrouw kwam langzaamaan in het verdomhoekje.

Omdat uiteindelijk langs de oevers van Tigris en Eufraat het voedsel voor de grotere gemeenschap karig begon te worden vond in de loop van eeuwen migratie plaats naar de mondingen van de rivieren richting India en naar Europa langs de Griekse kusten en meer centraal richting de Balkan. Uiteindelijk groeide er een patrilokale gemeenschap. Mannen trokken weg met het vee en zochten nieuwe weidegronden. Bezit van vee en grond vormde het kapitaal en dat moest natuurlijk ook weer beschermd worden. Er ontstonden weer legers en rangen in personen. Vrouwen werden opgezocht in de lokale gemeenschap. Deze vrouwen moesten functioneren in een voor hen "vreemde familie" hetgeen hen in status op achterstand zette. Ook waren de mannen en hun familie weinig bereid om een vrouw uit vreemde omgeving "status" te bieden. Dit zette hen dus op achterstand en gelijkwaardigheid was vaak ver te zoeken.

En matriarchale gemeenschappen? Hebben ze bestaan? Feministische geleerden knopen hier vaak de mythen aan vast van b.v. de Amazones. Er zijn vele van deze matriarchale mythen, waar vrouwen het voor het zeggen hebben. Er zijn echter geen historische feiten gevonden en ook in archeologische vondsten blijkt er niets van. De mythen zijn volgens de huidige inzichten geschreven door mannen en zouden er zijn om zich van de zachte zijde te laten zien en de vrouwen vervolgens toch weer onderuit te halen. Desondanks hebben er ongetwijfeld gemeenschappen bestaan waar het matriarchaat overheerst heeft.

In de jaren 3000 tot 1000 v Chr. waren er grote steden ontstaan langs de oevers van de Tigris en Eufraat. Ondanks de goede grond voor de landbouw en dus voeding kwamen daar natuurlijk in de loop van de tijd ook "plagen" voor. Vooral perioden ven droogte en ook infectieziekten. We kunnen in dat gebied zien hoe de bevolking daarop reageerde. Het kwam op een zeer ongelijk systeem tussen mensen en mannen en vrouwen. En dat ging als volgt:

Het volk was zeer onder de indruk van geesten, we kunnen zeggen een vorm van gelovig zijn. De plagen zouden wel door hun ongenoegen gekomen zijn. Ze gingen megalomane tempels en torens bouwen om de geesten goed te stemmen. Er waren mensen die zich opwierpen als kenners van de geesten, en als ze het bij het voorspellen bij het goede eind hadden of gewoon geluk, werden ze binnen de tempel als heilig opgenomen en kregen een hoog aanzien. Deze heilige mannen lieten binnen hun familie de goede baantjes vallen en maakten hun aanzien erfelijk. De bevolking accepteerde dat omdat de heilige mannen met dood en verderf dreigden. De heilige mannen gingen zich op een gegeven moment god voelen en er ontstonden mythen dat zij goddelijk zouden zijn. We zouden dit in het huidig tijdsbeeld "het godsyndroom" noemen.

Natuurlijk is deze hele gang van zaken op een gegeven moment in elkaar gevallen. Ook toen gold: eerlijkheid duurt het langst. De bevolking nam de macht weer over.

In het kader van machten vond er nog een belangrijke ontwikkeling plaats. Vrouwen werden naar voren geschoven als belangrijke medewerkers in de tempels. Zij kregen hierdoor hoog aanzien, maar moesten wel celibatair leven. Kuisheid werd door de mannenmaatschappij hoog verheven. Wanneer deze priesteressen trouwden werd hun maagdelijkheid vereist, dat was mede omdat de man dan wist dat de kinderen die zij kreeg van hem waren en dat was in die tijd niet zo voor de hand liggend. Ook was dat van belang voor de erfgang die naar de oudste zoon ging. Met name schoonmoeders keken met argusogen naar hun schoondochters of alles wel volgens protocol ging. De moeders van eerste zonen hadden een hoog aanzien en werden hoog gezet in de machtsorde. Sommigen lieten zich tot koningin of zelfs godin kronen. Een ogenschijnlijk matriarchale ontwikkeling die echter leidde tot nog meer afhankelijkheid en ongelijkheid van de vrouw t.o.v. de man.

Behalve het bezit heeft ook in dit kader het erfrecht een bijdrage geleverd aan de ongelijkheid tussen man en vrouw. Het erfrecht ging in die tijd dus naar de oudste zoon. Om er zeker van te zijn dat zijn kinderen ook daadwerkelijk van hem waren, moest zijn vrouw maagd zijn en mocht naast haar man geen andere minnaar hebben. Haar seksualiteit werd zo beperkt en de bedekking van haar lichaam werd zo geïntroduceerd. Vrouwen die beschikbaar waren droegen toen geen bedekkende kleding (jonge vrouwen, ongehuwde vrouwen en ook prostituees). De mannen echter hadden wel een keuze om buiten het huwelijk seks te hebben, dat beïnvloedde de erfenis immers niet. Wel was seks met een getrouwde vrouw verboden en diende in een dergelijk geval volgens de wet beiden gedood te worden (zo stond het in de wet).

Het vervelende van het verhaal plagen, religies, tempels , heilige mannen, priesters en koningen die de macht naar zich toe trokken was dat ze deze macht bij wet gingen institutionaliseren en dat de vrouw min meer tot de dag van vandaag ondergeschikte is gebleven (het ligt in de mens om iets dat al eeuwen bestaat als vaststaand, of zo je wilt "normaal" te gaan beschouwen).
In het nieuwe testament wordt het leven van Jezus van Nazareth beschreven. Hij was ongetwijfeld een charismatisch mens. Een kind van zijn tijd en toch een dissident. Alhoewel hij in de niet canonieke boeken vrouwvriendelijk is, wordt hij in het nieuwe testament toch niet duidelijk als zodanig beschreven. Hij omringde zich met mannelijke apostelen en vrouwen hadden een dienende taak. Zo zagen de bijbelschrijvers dat, in hun tijd. Dat Jezus zoon was van Jaweh, een vroegere brute oorlogsgod werd ook niet gemeld. De Joden werden door de komst van Jezus zeer in verlegenheid gebracht. De liefde die hij preekte, daar zaten ze ook niet op te wachten. In de huidige tijd zouden we Jezus een charismatische leider van een sekte noemen.

In het eerste millennium na Chr. heeft de integratie van Griekse en Romeinse denkbeelden (hoofdzakelijk patriarchaal) en het opkomende christendom en islam, de vrouwenwaardering niet goed gedaan. Men liet de godsdienst het patriarchale denkgoed rechtvaardigen.

Een ander fenomeen was het opwaarderen van de kuisheid. Bij Grieken en Romeinen was heldhaftigheid en succes in de oorlog iets waar mannen een hoog aanzien door kregen. Aangezien men toen in de medische wereld meende dat het wegvloeien van mannensappen als bij seks, de mannelijkheid verminderde en dus de prestaties, was het een gewoonte om rond oorlogen weinig of geen seks te hebben, voor deze heren. De dames hadden dus pech, maar door het Christendom en door de overerving van bezit, waren vrouwen die maagd waren en geen seks hadden ook in hoog aanzien. Maagd werd je door trouw aan God en voor de pater familias was het een mogelijkheid om onder de bruidsschat uit te komen. In deze tijd werden ook vele vrouwen en mannengemeenschappen gevormd in kloosters en zijn er vele "orden" ontstaan.

Dat in de huidige tijd nog veel van het vrouwenondergeschikte bestaat las ik in een boekje van Beatrijs Smulders: Bloed, een vrouwengeschiedenis. Als activiste en vroedvrouw beschrijft ze in het eerste gedeelte haar biografie en in het tweede haar fel feministische denkbeelden in de tijd van de seksuele revolutie in de jaren 1960-1980.

Op dit moment begin 2022 is er een serie-documentaire op de tv over de reference-man. Het gaat over de verschillen tussen mensen. Niet specifiek over mannen en vrouwen, maar over veel meer. Met name in de Westerse wereld, wordt met bijna alles vergeleken met de referentieman van 1.80 meter lang en 73 kg gewicht. Hoe zit dat?

De westerse wereld heeft een zekere dominantie over de rest van de wereld. Dit geldt op communicatief, technologisch en vele andere gebieden. De rest van de wereld kijkt ook een beetje tegen het Westen op. De standaarden worden door voornamelijk mannen gemaakt naar het voorbeeld van de refence-man. Dit geldt voor apparaten, maar ook voor van alles en nog wat. Het zou te ver voeren om alles te noemen, maar om een indruk te krijgen het volgende:

Bekend is dat medicatie in onderzoek zelfs tot op heden vaak alleen gedaan wordt bij mannen. Ik weet uit mijn werkzame leven dat medicatie een bepaalde dosering had. Bij kinderen keek je naar het gewicht en dan gaf je minder. Nu weten we dat medicatie zeker niet alleen afhankelijk is van het gewicht, maar van leeftijd, soort gewicht, jongens of meisjes, metabolisme etc. Ook is er verschil tussen volwassen mannen en vrouwen. Hetzelfde geldt voor ziekten en symptomen ervan.

Bekend is dat vrouwen minder vaak ongelukken hebben, maar als dat zo is dat het sterftepercentage hoger is. Vrouwen zijn niet zwakker, maar auto’s zijn gemaakt naar de mannelijke standaard. Een vrouw zit heel anders in de auto b.v. de stoellengte is te lang en de kromming van de benen te weinig. Bij botsproeven komen zij er zo slechter af. Ik weet nog hoe onhandig je in de eerste Japanse auto’s zat. Wat opgevouwen door de standaard van de Japanse reference-man.

Zelfs in algoritmen komt de voornamelijk mannelijke standaard aan het licht. Ze worden door planologen gebruikt b.v. voor stadsvernieuwing. Dan blijken in het park de bankjes te groot zodat je niet met de benen bij de grond kunt. Of er gaan uitsluitend mannen op zitten, omdat een vrouw graag een rugsteun heeft om geen verrassingen van de achterzijde te krijgen of omdat ze haar kinderen niet in de gaten kan houden.

Het is boeiend dat de patriarchale standaard nog steeds ook in 2022 nog doorsiepelt, alhoewel men er wel steeds meer oog voor gaat krijgen.

naar boven

Onbegrijpelijk

Sommige dingen zijn onbegrijpelijk. Naarmate je ouder wordt leer je dat accepteren, maar toch. Zo kwam ik de titel van een boekje tegen,dat me intrigeerde: "Mijn moeder wil mijn naam niet weten". Het is geschreven door Christel Jansen (studeerde Slavische talen, communicatie en religiewetenschappen). Het zou gebaseerd zijn op een ware geschiedenis. Hoofdpersoon is moeder Lies. Ze heeft een gehandicapt been, maar is verder een gezonde mooie vrouw. Ze is briljant celliste en is het hele leven alleen maar bezig carrière te maken, daar moet alles voor wijken. Ze trouwt met een begenadigd zanger en raakt ongewenst op jonge leeftijd zwanger. Op een of andere wijze zit er een oermoeder in haar en wil ze graag het kind en later meer kinderen. Wanneer het over de kinderen gaat kiest ze steeds voor haar carrière en laat de kinderen op het tweede plan. Haar eerste huwelijk loopt stuk en ze leert een arts kennen die zijn carrière ook hoog in het vaandel heeft en veel aanzien heeft. Zij koestert zich in zijn aura en krijgt ook met hem kinderen. De kinderen kunnen door hen niet opgevoed worden en belandden bij familie en in tehuizen. Een dramatisch beeld. Zo nu en dan als er tijd is worden de kinderen opgevangen, maar dat is in een gebroken gezin best lastig. Een aantal kinderen ontspoort en worden door moeder of een van de vaders weer op het rechte spoor gezet, voor een tijdje. Natuurlijk loopt het met de volgende generatie en de kleinkinderen ook zo nu en dan dramatisch.
Het boek geeft een dramatisch beeld hoe relaties fout kunnen lopen. Overigens kunnen een aantal mannelijke royals er ook wat van. Boeiend, maar triest.....

naar boven

woke en wokers

Het begrip kende ik wel, maar de Engelse termen die er bij pasten niet. Woke komt van het Engelse awake en betekent: wakker worden. Het verschijnsel wijst in de richting kennis nemen van zaken die meestal vroeger of nog steeds fout gaan. Op allerlei gebied. Op zich natuurlijk goed als het leidt tot evaluatie, feedback en verbetering. Maar zoals bij de meeste van deze zaken ontfermen er zich allerlei lieden over die het te pas en te onpas gebruiken om hun eigen ideeën te ventileren en af te dwingen. Het is goed om te detecteren dat het werkklimaat verziekt is, dat de belastingdienst zijn boekje te buiten gegaan is, dat de slavernij niet goed was en dat bepaalde zeehelden geen lieverdjes waren. Het is natuurlijk te zot voor woorden dat soms door de doordravers geld wordt gevraagd, geschiedenisboeken moeten worden herschreven, standbeelden moeten worden verwijderd en het de vraag is of Sinterklaas of andere gebruiken en festiviteiten nog wel kunnen. Enfin als we ons gezonde verstand gebruiken komen we er hopelijk wel uit. Of......

naar boven

Levensloop Frans 1962……

Soms zijn er herinneringen, die je nog niet hebt gedeeld. Ik dacht toch maar doen n.a.v. een gesprek met mijn broertjes een dezer dagen.

Ja, daar was het eindexamen dan. Over het algemeen was ik geen zenuwachtig type, maar… Een dag voor het examen had ik tomeloze buikloop, zodanig dat ik me afvroeg waar het allemaal vandaan kwam. Mijn ouders gaven me een geschreven brief mee om de zaak uit te leggen en dat ik zo nodig onder het examen van het toilet gebruik kon/moest maken. Voor het examen gingen we nog even koffie drinken bij café "de Kleine", waar ik nog even rustig kon zitten, en dan moest ik het verder maar zien. Talen kennis iets onder het gemiddelde, exacte vakken iets boven het gemiddelde, Latijn nog nooit boven de 4 gehaald en Grieks hopelijk een 6 scoren: moet kunnen dacht ik. Ik herinner me alleen nog goed het examen van Latijn. De gecommitteerde had het stuk dat ik gewrocht had aandachtig gelezen. Het was een verhaal over een van de Romeinse oorlogen. Het speelde meen ik in Gallië. Er waren behalve soldaten ook veel schapen en geiten mee. Afgezien het feit dat ik de locatie niet helemaal goed had, begon hij over de inhoud. Waarom schapen en geiten vroeg hij met een vettige glimlach. Ik wist het: om eten en drinken bij je te hebben. Enfin, hij legde het fenomeen bestialiteit uit. Of dit nu nog zou kunnen in de tijd van me#too weet ik niet. Hijzelf zal er een leuk moment aan gehad hebben, maar meer dan een 4 was het geheel niet waard. En de buikloop? Geen last meer gehad. Later leerde ik in de psychiatrie dat de darmen het tweede brein zijn, waarvan acte.

Ik zou in Nijmegen gaan studeren. Geneeskunde, dat leek me wel wat. Mijn broer was twee jaar eerder gegaan en had ook enthousiaste verhalen. Nijmegen was de stad waar mijn vader was opgegroeid. Elk jaar zaten we bij de 4-daagse aan de via gladiola, dus de stad had wel iets vertrouwds voor me. De overgang naar de stad leek mijn ouders kennelijk wat te abrupt en ik loste mijn broer af bij mijn tantes in Gendt. Mijn broer zou naar Nijmegen verhuizen en ik zou zijn plaats innemen (zus van mijn vader en haar vriendin, beiden schooljuffen van de plaatselijke katholieke meisjesschool). Ik kreeg een brommer om heen en weer te tuffen, het was de winter 1962-1963. Het was de winter van de barre 11-stedentocht van Reinier Paping. Ik leerde van de plaatselijke bevolking vissen in de plassen van de uiterwaarden, waar nu het statue staat van het "dijkwijf" in het daar inmiddels ontstane natuurgebied. Het was een gezellige maar barre tijd. In Nijmegen was ik bij sociëteit Roland gegaan. ’s Nachts vaak laat in de ijzige kou terug, ’s morgens weer vroeg naar college en daarvoor nog een jaar roeien bij Phocas.

Eenmaal ben ik in de dichte mist tegen een loslopende koe aangebotst, maar gelukkig niets gebroken.

Van de inauguratie op de sociëteit herinner ik me nog dat ik op mijn "pik" moest gaan liggen. Geen idee waar het over ging en na enig gedraai lag ik op mijn buik (tot genoegen van mijn ontgroeners).

Een jaar later verhuisde ik naar Nijmegen. Ik had een niet al te grote kamer en nog een beetje moeite met het alleen zijn. Zo nu en dan kwam de dochter des huizes bij mij thee drinken. Mijn hospita zocht er kennelijk wat achter en zegde mijn kamer op.

Op de sociëteit was ik bij het dispuut de Rafaelisten gegaan. Studenten die meestal vanuit huis hun studie deden, maar inmiddels lang niet iedereen meer. Voor mijn kandidaats gingen we naar carnaval in Venlo. Een van de leden had een zus die nog aan de man moest. We konden gebruik maken van een kelder om te slapen. Op die carnaval in 1965 leerde ik Marie-José kennen. We hadden beiden nog nooit carnaval gevierd dus we moesten er wel een beetje aan wennen. Enfin, van het een kwam het ander en ik reisde na mijn kandidaats regelmatig naar Zuid-Limburg(Noorbeek) heen en weer. Marie-José studeerde af aan het conservatorium in Maastricht met het hoofdvak schoolmuziek en ging les geven. Mijn a.s. schoonmoeder sloot me meteen in de armen. Ik was een goede partij en daarmee was de kous af. Ik werd geïntroduceerd in het dorp en wij mochten het eerste bruidspaar zijn van de plaatselijke burchtfeesten die gelieerd waren aan het plaatsen van de meiboom. In 1969 zijn we getrouwd en verhuisden naar Malden. Het huis behoorde aan een plaatselijke fietsenmaker, die tevens huisjesmelker was. Hier werd onze dochter Danielle geboren. We hadden een huis met cv., een ongekende luxe na verblijf in een kamer met een butagasflesje. In die tijd pleegde mijn zus suïcide na geboorte van haar tweede kind. We hadden het wel aan zien komen, ze was al jaren in de ban van haar bipolaire stoornis. Haar 2 kinderen (jongen en meisje) werden ondergebracht bij familie. Wij kregen Marjolein, die bij ons was totdat haar vader weer hertrouwde. We hadden dus ineens 2 kinderen.

Inmiddels had ik allerlei coschappen achter de rug. Ik deed ze toen ik nog op kamers woonde vanuit Nijmegen. Ik was in het ziekenhuis in Maastricht en in Heerlen. Wat me is bijgebleven is mijn coschap gynaecologie. Allereerst kreeg je in Maastricht maar weinig begeleiding. Het gynaecologisch onderzoek leerde je in de nachtelijke uren van je medeco's. Lagen de belangrijke nonnen en bepaalde zwangeren vaak op een afdeling en werden nogal eens verplaast. Dat gaf nog wel eens rare taferelen. Mijn eerste bevalling was bij een tweeling. Supervisor niet in de buurt of oproepbaar. Nadat het eerste kind moeizaam was gekomen keek ik wat weemoedig naar de navelstreng. Gelukkig zei de aanwezige verloskundige dat ik daar moest afblijven. Om het 2de kind geboren te laten worden moest ik m.i. een knip zetten. En jawel met enige moeite lukte het allemaal. Dan komt de gynaecoloog binnen. Hij kijkt niet vrolijk en zeg tegen de vrouw: "door deze onhandige co moet ik u nu veel hechtingen geven". Ik vond dit oneerlijk en antwoordde: "deze gynaecoloog had me moeten begeleiden bij deze bevalling, maar was niet bereikbaar". Na overleg met mijn hoogleraar kreeg ik een andere opleider en betreffende gynaecoloog kreeg een reprimande.

Na mijn artsexamen in 1970 wilde ik me verder specialiseren. Kindergeneeskunde leek me weer een uitdaging en een mooi vak. Dit deed ik in Nijmegen bij Prof Schretlen. Lange dagen en soms een week dag en nacht binnen. Klagen was er niet bij, want de week en het weekend waren al verdeeld en dat was een hele stap in die tijd.

Aan het eind van mijn opleiding begon ik een plaats te zoeken om me te vestigen. In augustus1970 zou ik klaar zijn, maar in januari stierf Jan Jaartsveld, kinderarts in Zwolle. Zwolle een land tussen Groningen en Nijmegen. De hoogleraren voerden toen kennelijk een strijd over hun invloedssfeer. In Zwolle werd ik met open armen ontvangen en vanaf aug.1970 trad ik toen in de maatschap met dr Tjoa. In 1979 fuseerde Zwolle tot 1 maatschap met Julius van Gils en Joan van Lookeren Campagne. Later nog met Joke van Collenburg uit Rotterdam. De opleiding werd uitgebreid. En in 2004 toen ik met pensioen ging was de groep fors uitgebreid ook met de neonatologie. Een leuke opleidingspraktijk, waar ik met veel plezier gewerkt heb (specialisatie oncologie en diabetes).

In 2017 kreeg Marie-José een ernstige depressie. Ze is toen een half jaar in Ermelo beland(electroshocks, medicatie etc). Daarna ben ik een beetje haar mantelzorger geworden.

Dat ben je niet gewend en moet je leren ( van boodschappen doen tot koken). Recent maakte ze een hartinfarct door, hetgeen het allemaal niet eenvoudiger maakt.

Zelf ben ik na mijn pensioen de camino gaan lopen naar Santiago (zie mijn website). Ik heb tot voor kort allerlei taken bij de gemeente gehad in het kader van de WMO. Ook in onze plaatselijke parochie veel vrijwilligerswerk. Verder heb ik nog jaren co assistenten begeleid bij het onderwijs.

naar boven

Het schrijven van levensloopverhalen

Het schrijven van levensloopverhalen moet volgens mij aan een aantal regels voldoen. Vele van mijn leeftijdsgenoten hebben de behoefte om dingen over hun leven op te schrijven. Daar is op zich niets mis mee.Je moet je echter tevoren realiseren voor wie je het doet. Alleen mensen die nauw met je leven betrokken waren,zullen het begrijpen. Meestal zijn dat bijzondere vrienden of familieleden. Je moet niet denken dat de mensen die wat verder van je af staan er veel affiniteit mee hebben. Anders is het natuurlijk als je een beroemdheid bent of iets heel speciaals in je leven hebt gedaan. Dan wordt het een stukje geschiedenis of fanmail .De gemiddelde mens,moet dus niet in een boek gaan publiceren. Even vindt men het leuk, maar het belandt vaak op een vage stapel en uiteindelijk bij het oud papier. Maak je iets voor de digitale snelweg,dan moet je goed opletten wat je wel en niet kwijt wilt,met natuurlijk behoud van de waarheid..Ook moet je letten op jouw eigen cultuur en dat van evt. lezers,anders krijg je soms het verhaal van typische grappen voor jouw specifieke omgeving,waar een ander niets mee kan of zelfs helemaal niet leuk vindt .Ik las zo een verhaal van Mieke Kerkhof,gynaecoloog en schrijver/columnist,itgegeven in een officieel boekje,voor eenieder toegankelijk dus. Als historisch moment wel leuk,maar haar grappen kwamen bij mij niet binnen.Ik zou zeggen in deze"Bezint eer gij begint".

 

naar boven