Ja, ja ik weet het. Het woord is eigenlijk gedachtegoed, en wordt
beschreven als: het geheel van ideeën en denkbeelden, betreffende een bepaald
onderwerp. Maar ik wil wel eens
een nieuw woord introduceren, wie weet wordt ik er nog eens beroemd mee.
Onder gedachten-goed wil ik verstaan: een feit of een zaak waarvan je voor
jezelf altijd het idee hebt gehad dat het waar was, maar dat door de mensen om
je heen vaak als mogelijk niet waar werd ervaren, of zelfs onwaar. In dit kader
vielen me 2 heel verschillende zaken op, waarvan ik dacht: dat heb ik altijd al
zo ervaren!!
Het eerste item was een document dat ik las en beschrijft dat een zorgvuldig opgevolgd dieet altijd leidt tot verlies van de nodige kilo's. Je wordt nogal eens geconfronteerd met allerlei diëten, die om een of andere reden zouden leiden tot extra afvallen. Uit meta-analyse blijkt dat het helemaal niet uitmaakt welk dieet je volgt, als het aantal calorieën maar beperkt wordt. Het blijft merkwaardig dat mensen allerlei nieuwe diëten omarmen en dat boeken daarover steeds bestsellers worden. Het slaat nergens op. Hier is waarschijnlijk de wens de vader van de gedachte.
Een andere zaak betreft belangenverstrengeling, een fenomeen dat allerlei schadelijke effecten heeft, en dat zo mogelijk moet worden uitgebannen. De rector magnificus van de Radbouduniversiteit Nijmegen, Bas Kortmann haalde in zijn rede voor het nieuwe academische jaar fel uit naar de overheid die te weinig geld ter beschikking stelt van de wetenschap. Daardoor is men meer aangewezen op commerciële kanalen, waarvan geldt: "Wie betaalt, bepaalt". Voor succes in de wetenschap is vrijheid essentieel. Onafhankelijkheid is van groot belang. We zullen daarom keuzes moeten maken, zodanig dat uitkomstresultaten niet commercieel gekleurd worden. Wetenschap moet in principe los staan van belangen.
Wat sekse is weten we meestal wel. Gender is een wat ingewikkelder begrip. Gender staat voor de socioculturele aspecten van het man- of vrouw-zijn. Gender staat zo tegenover ‘sekse’: sekse staat voor de biologische verschillen. Het is niet aantoonbaar welke wetenschapper de eerste was die dat onderscheid tussen gender en sekse maakte, maar veelal wordt aangenomen dat dat Robert Stoller was in zijn boek uit 1968, Sex and Gender: On the Development of Masculinity and Femininity.
Hoe dan ook de alumnidag van de Radbouduniversiteit in Nijmegen
ging over dit onderwerp onder het motto: Verschil moet er zijn (en is er ook
werkelijk).
De dag begon met een boeiende voordracht van Prof. dr. Angela Maas, cardioloog
en een vroegere collega van mij in de Isalakliniek. Zij betoogde dat er bij
hartklachten een duidelijk ander klachtenpatroon is bij vrouwen als bij mannen.
Niet alleen het hart maar talrijke andere organen en hun ziekten passeerden de
revue, en blijken vaak een ander klachtenpatroon bij vrouwen als bij mannen te
geven.
Prof. dr. Yvonne Benschop, hoogleraar organizational behaviour (uit de
bedrijfskundige hoek dus), ging in op de redenen waarom vrouwen in bepaalde
beroepen wel of juist niet door de sollicitatiecommissie komen. Het is nog steeds
zo dat in de top van het bedrijfsleven en ook wat betreft de hoogleraren,
vrouwen ver in de minderheid zijn. Denkbeelden als: zij willen alleen in deeltijd
werken, zij wil er zijn voor haar kinderen of zij kan de stress niet aan, zijn
niet valide, maar spelen in de sollicitaties wel een rol. Dit zelfs als de
commissie veel vrouwen telt.
Het meest boeiend was het verhaal van Prof.dr. Daniel Wigboldus. Hij is
hoogleraar sociale psychologie en schetste de wereld waar we naar kijken. Niet
wat je ziet is van belang, MAAR WAT DE HERSENEN ERVAN MAKEN. Voorbeeld: Iemand
kijkt naar bv. een man: In het verleden is deze persoon aangevallen op straat
door een man. Deze man is op zijn hoede en echt bang als deze persoon kenmerken
heeft van zijn vroegere belager (hij draagt de geschiedenis met zich mee). Iemand
die niet zo'n voorgeschiedenis heeft ziet gewoon een man. Dit geldt voor alles
wat je observeert, betoogde hij, er bestaat geen objectieve werkelijkheid, alles
wordt door jouw eigen geschiedenis gekleurd.
's Middags vertelde hoogleraar
Prof. dr. Toine Lagro-Jansen een boeiend verhaal over de wijze waarop vrouwen en
mannen met gezondheidsklachten omgaan. Als de vrouw iets in haar lijf voelt (en
zij is daar veel beter in dan de man), dan denkt ze als eerste dat het aan haar
zelf ligt en dat ze iets verkeerd heeft gedaan. Bij man, die in dit opzicht
minder gevoelig is, gaat het anders. Hij is geneigd om in eerste instantie
te ontkennen en vraagt zich in een later stadium af hoe hij het snelst van zijn
klacht kan af komen. Beiden hebben de neiging te laat naar de dokter te gaan om
heel verschillende reden. Toch gaat een vrouw eerder en dat is goed te herkennen
in de bezoekcijfers, die voor vrouwen in de huisartsenpraktijk veel hoger liggen.
|
|
|
De sekseverschillen zijn waarschijnlijk veel groter dan we denken, en wellicht moeten we ook voor de categorie kinderen gaan nadenken of er aparte aandacht aan jongens en meisjes moet worden geschonken .Het zou me niets verbazen als de ontwikkeling die kant op gaat.
Alles bijeen een zeer boeiende dag, en hier en daar begin ik een beetje te begrijpen, waarom de seksen zo nu en dan flink met elkaar botsen.
Edvard Munch: De schreeuw
Met dit schilderij laat de schilder een vertwijfelde, angstige man
zien (analysen zijn op internet gemakkelijk te vinden)
Steeds vaker heb ik het idee dat de wereld soms in belangrijke mate door angst wordt beheerst. Ik bedoel dan niet een gerechtvaardigde angst, waarbij je op grond van objectieve feiten bang voor iets bent. Nee, ik bedoel angst die je meestal zelf niet goed kunt verklaren en vaak via de media of je omgeving naar binnen sluipt. Ik trof de laatste tijd een aantal voorbeelden aan.
Militairen en marechaussees moeten maar niet
meer in uniform op straat komen. De mogelijkheid van een aanslag op zo iemand
uit de terroristische hoek zou te groot zijn.
Cabinepersoneel van de KLM meldt zich vaker ziek als ze op een vlucht naar
Afrika zijn gezet. Dit vanwege het ebolavirus.
Ouderen lijken door de vele voorlichting over veiligheid extra angstig te worden
in de avonduren. De deur wordt na donker niet meer open gedaan.
Overdiagnostiek in de gezondheidszorg dreigt als gevolg van het feit dat
de dokter bang is iets over het hoofd te zien en wellicht een berisping krijgt.
Uit angst dat computers gehackt worden hebben sommige mensen het idee dat ze
maar niet meer met de computer moeten werken (vooral ouderen). Of ze voeren de
beveiliging zo op dat er niet meer mee te werken valt.
Screening op darmkanker dat wordt aangeraden om de diagnose snel te stellen en
waar mensen dan ook uit angst te laat te zijn aan mee doen; het levert
natuurlijk wel wat op, maar ook veel ellende door de lage sensitiviteit van de test.
(Veel onderzoek en onrust voordat bekend wordt dat er toch niets aan de hand is.)
We kunnen nog wel even door gaan. De kans dat dingen niet gebeuren is natuurlijk veel groter dan dat ze wel gebeuren. Het is jammer dat de kleine kans dat je een bepaald incident kan meemaken, angst zaait en het leven een stuk onaangenamer maakt. Het blijft van belang om je hersens te gebruiken bij alles wat je doet. Niet zo maar met alles meegaan onder het motto: Het zal wel goed zijn. Het is nog altijd zo: angst is een slechte raadgever.
Journalistiek (medischwetenschappelijk)
Vaak verbaas ik me over medische verhalen die in de krant staan. Met een
medische achtergrond zijn ze soms heel snel door te prikken. Maar hoe vergaat
het de gemiddelde lezer die deze achtergrond niet heeft? Waarom komen ze toch in
de krant te staan?
Een tipje van de sluier werd voor mij opgelicht door een verhaal in een medisch
tijdschrift. Kennelijk valt het in de medische wereld ook op. Allereerst is het
bekend dat zelfs in medische vakliteratuur voorkomt, dat iets geschreven wordt,
dat niet of niet helemaal waar is. Belangenverstrengeling met de industrie,
narcistische wetenschappers die graag in de belangstelling staan, en soms slecht
onderzoek zijn factoren die hieraan debet zijn. Er zijn steeds strengere regels,
maar toch is het euvel niet helemaal uit te bannen. Maar de krant....... Het
blijkt dat hier heel andere zaken een rol spelen. Gerenommeerde kranten hebben
geen wetenschappers maar journalisten in dienst. Zij kijken naar de
journalistiek en minder of niet naar de wetenschappelijke context. Zaken als
nieuwswaarde, mogelijkheid om als eerste te publiceren en andere voorwaarden
kunnen het te aantrekkelijk maken om niet al te uitgebreid informatie bij de
bron in te winnen voor publicatie. Zelfs een gerenommeerd nieuwsbulletin als het
NOS journaal loopt hierdoor risico's. Kennelijk wordt men ook niet al te streng
afgerekend als er wat mis gaat. Men zal wel denken: "Dat hoort nu eenmaal bij de
nieuwsgaring". Toch is het goed om te weten dat kranten, boeken en zelfs
zogenaamde wetenschappelijke tijdschriften soms dingen beweren die niet helemaal
of helemaal niet waar zijn.
Vandaag las ik een artikel over de hoge werkdruk bij de jonge specialist (in opleiding). Er komt veel burn-out voor bij deze groep mensen. Hoe komt dat?
Het lijkt te gaan om een soort cultuur die er
heerst in het medisch circuit, en, (hoe kan het ook anders) alles draait om geld. Wat
betreft de cultuur kan ik me uit mijn eigen opleidingstijd nog herinneren dat ik
klaagde over de lange werktijden bij mijn hoogleraar. Wij moesten in de jaren
zeventig een hele week dag en nachtdienst draaien. Natuurlijk kon je 's nachts
wel eens een paar uur slapen, maar het was toch lang en de week daarna was je
ook niet helemaal fit. Als antwoord gaf hij toen dat in zijn opleidingstijd je
een hele maand dag en nacht dienst had, dus.... niet zeuren. Dat deed je dan ook
niet, het hoorde er kennelijk bij, en als je dat niet wilde ging je maar beter
iets anders kiezen als vak. Inmiddels zijn er allerlei regels gekomen om
excessief lange werktijden te voorkomen. Te lange werktijden leiden vaak tot
minder goed werk en komt de zorg niet ten goede. Ongeveer 10 jaar geleden ging
ik met pensioen en toen was het al heel gewoon om het weekend op te delen. Ik
heb het idee dat in de afgelopen jaren, mede door Europees regelgeving er een
nog loyaler beleid is. Minder lange werktijden en ook voor daarna langere tijd
vrijaf. Niet klagen wordt overigens ook bevorderd door de opleiders, die zelf
ook zo hard moesten werken vroeger, en als specialist in opleiding wil je wel op
goede voet blijven met je opleider. Wil je aan het probleem wat doen, dan kost
dat geld, want je moet extra mensen aannemen.
Alhoewel er dus regels zijn, worden die vaak niet nageleefd. De inspectie kan
wel controleren, maar krijgt te horen wat ze horen wil, door het sjoemelen
met de werkelijk gewerkte uren.
De werkdruk zal wellicht nog hoger worden omdat de specialist in opleiding
(veelal vrouwen tegenwoordig) ook nog eens wetenschappelijk onderzoek willen
doen en de leeftijd hebben om een gezin te willen stichten. Dat zal wellicht
wel erg veel worden. Ik ben benieuwd waar het naar toe gaat de komende jaren.
De oplossing lijkt simpel: leid meer dokters op, dan kan het aantal werkuren naar
beneden. Dat zal betekenen dat het salaris naar beneden gaat. Macro-economisch
wordt het wellicht duurder. Maar het is de moeite waard:een goed uitgeslapen
vriendelijke dokter aan bed of thuis te hebben.
Er kunnen rare situaties ontstaan door hoge werkdruk.