We leven in een bijzondere tijd. Kennelijk hebben we de behoefte om alles te
benoemen. Zo is januari uitgeroepen tot maand van de depressie. Je zou bijna
zeggen: waarom moet dat zo nodig worden rondgebazuind? Je komt op een idee en
voordat je het weet denk je dat jij er ook trekjes van hebt. (En dat is helemaal
niet erg en normaal, want het hoort bij de schakering in stemmingsstoornissen
tussen vrolijk en verdrietig.)
Natuurlijk komen echte depressies meer in de winter voor en daar wordt aan
gerefereerd. Alle depressies berusten op een stoornis in het menselijk
bioritme, waarvan het 24 uurs ritme waarschijnlijk het belangrijkst is. Het
biologisch substraat ligt in de nucleus supraopticus in de hersenen. De
sturing wordt gegeven door licht en melatonine. Bij depressieve mensen is deze
sturing gestoord en zijn o.a. slaapstoornissen het gevolg. Maar ook andere
ritmen als hormoonafgifte, temperatuur en emotioneel functioneren kunnen
gestoord zijn.
Voor slaapproblemen zijn er klinieken, die als het ware les geven in slapen. Niet
goed slapen leidt tot verergering van depressie en zeker tot minder goed
functioneren overdag. Maar het is niet altijd nodig om zover te gaan als
slaaptherapie.
Er zijn dingen die je heel goed zelf kunt doen. Je moet leren jezelf klaar te
maken voor het naar bed gaan (liefst op vaste tijden). We weten dat bij kinderen
een slaapritueel heel goed helpt. Dat geldt voor volwassenen ook (niet teveel
eten, geen spannende tv series, geen ruzies, geen coffeine). Het eist wat
discipline, maar daar krijg je ook veel voor terug, namelijk een goede nachtrust en
een gewonnen dag.
Soms zie je dingen die er niet zijn. Zo beschrijft Aleid
Schilder in haar boek: Spiritueel misbruik, hoe mensen zich met de ogen open laten
misleiden. Als buitenstaander en objectieve lezer, kun je je niet
voorstellen, hoe mensen dit laten gebeuren. De misbruikers maken kennelijk gebruik
van bepaalde signalen, die het slachtoffer uitzendt en koppelen daar een aantal
technieken aan die zij hebben geleerd of welke in de praktijk hun waarde hebben
bewezen. Sommige misbruikers doen het met opzet, anderen geloven zodanig in hun
missie dat je je afvraagt of misbruik en passie niet door elkaar spelen. Dit
laatste treft men met name in de religieuze sfeer aan.
Wel vind ik dat mevr. Schilder erg voorzichtig is met een definitief oordeel
wanneer iets misbruik is of niet. Ik zou zeggen, wanneer macht, geld of opzet een
rol spelen is er iets goed mis!!!
Er zijn ook dingen die je niet ziet en die er wel zijn. Natuurlijk, zaken waar je
minder belangstelling voor hebt vallen minder op dan dingen waar je
belangstellend naar bent. Een van de zaken die me in mijn omgeving de laatste
tijd opvallen, zijn mensen die genezen zouden zijn van kanker, maar dan ineens de
ziekte in volle omvang terug krijgen. Het probleem is natuurlijk dat de dokter
de detectiemethoden moet hebben om te zien of na een behandeling er nog resten
zijn van het proces. De wetenschap leert ons dat we de opsporing van de resten
nog niet goed onder de knie hebben. Het is er wel maar men kan het (nog) niet
zien. Dat verklaart veel.
Een ander probleem waar ik tegenaan liep was het feit dat je aan mensen met een
niet aangeboren hersenprobleem, vaak bijzonder weinig als buitenstaander opmerkt.
Dit terwijl er toch vaak pregnante karakterveranderingen optreden. Mirjam Essing
is schrijfster van het boek: Hé, van Puffelen wat denk je ervan? Na de beroerte van
haar man feliciteert iedereen haar bijna met zijn overleven, maar zien maar
weinigen het verdriet omdat zij door zijn karakterveranderingen haar vroegere
maatje heeft verloren.
Dingen die er niet zijn als zodanig herkennen evenals dingen die er wel zijn ook
werkelijk zien, dat is voor mij nog een verlate wens voor het nieuwe jaar. Ik
wens het ook anderen toe.
Natuurlijk heeft de digitale snelweg zich binnen de geneeskunde
al een lange weg gebaand. Op dit moment, zo begin 2011, doet de app haar
intrede. De application software heeft tot taak om de gebruiker ervan op
allerlei manieren te helpen bij het uitvoeren van taken. De inzet kan breed
zijn. Op deze manier kan via de i-phone allerlei informatie worden uitgewisseld.
Dit is natuurlijk een prima ontwikkeling, waarover ik graag in mijn actieve
periode had willen beschikken. De medicijnenapp herinnert je eraan als je
medicatie moet innemen, de zorgapp laat je voor een doktersconsult al
vragenlijsten invullen zodat het consult sneller kan verlopen etc.
Telecommunicatie van je cardiale situatie, contact met je dokter als je in het
buitenland op vakantie bent, informatie binnen halen over je gezondheidstoestand.
Het kan allemaal.
Natuurlijk hangt er weer een prijskaartje aan en moeten we niet alles willen. Te
veel informatie kan tot onrust en ongerustheid leiden. Er kan uiteraard ook via
de commercie misbruik van gemaakt worden, maar in wezen is het een
ontwikkeling, die mits goed begeleid een verbetering kan betekenen voor de
gezondheidszorg in zijn geheel.
Ouderen zijn ooit jong geweest, ze zijn de jongeren van toen. De
wereld van toen is echter niet de wereld van vandaag. Daarom zijn de jongeren
van toen niet te vergelijken met de jongeren van nu. Er gaapt een kloof in deze
tijd - tussen jong en oud -. Ouderen begrijpen jongeren niet.
De jongere van toen is over het algemeen dankbaar om het goede dat hem gegeven
is. Als het goed is heeft hij geleerd om met tegenslagen om te gaan en hoop te
putten uit de toekomst al dan niet gelieerd aan een God. Bij de jongere van nu
staat de mens centraal, hij moet het beste uit zichzelf halen in een leven dat
maakbaar lijkt. Er moet vooral genoten worden.
Jongeren van toen hadden het gemakkelijk. De regels en de gezagsverhoudingen
waren duidelijk. De gezagsdragers wisten wel raad (dominee, dokter, pastoor).
Toch hadden de jongeren van toen het ook weer niet gemakkelijk. Velen hebben de
ruimte gemist of de kans niet gekregen om zichzelf te ontplooien. Er werd veel
nadruk gelegd op plichten, eerst een ander en dan kwam je zelf aan de beurt.
Jongeren van nu hebben het gemakkelijk. Zij hebben alles wat hun hartje begeert.
Ze doen lekker waar ze zin in hebben.
Ze hebben het ook weer niet makkelijk. De wereld is groot en complex. Vragen
als: Wat moet ik met mijn leven aan? Wie of wat geeft mij richting? Wat moet ik
met mijn vrijheid en wat betekenen anderen daarin?
Veel dingen zijn echter van alle tijden. Ziekte, dood, verdriet, werkeloosheid.
Verschil in karakters: eigenwijs, eigenzinnig, verlegen etc. Dromen en
verlangens: geluk, vrede, rechtvaardigheid, liefde.
Jong en oud moeten elkaar aanspreken op wat van alle tijden is. Leven is een
kunst van een leven lang leren. Vooral goed naar elkaar luisteren kan een brug
zijn tussen jong en oud.
Alhoewel het woord pelgrimeren me wat deftig en religieus
aandoet, ben ik er na enig lezen wel achter dat het eigenlijk voor velerlei
uitleg vatbaar is. Het lijkt wel een beetje op het woord geloof, het is voor
ieder verschillend. Toch zijn er wel algemene raakvlakken. Alles wijst in de
richting van zingeving. Iemand die pelgrimeert probeert aan bepaalde facetten
van zijn leven, van zijn persoon of van zijn omgeving zin te geven. Hij doet
pogingen om het Hoe? het Wat? of het Waarom? te ontdekken of er over na te
denken. Soms kan hij dingen een plaats geven, soms ook niet. Deze activiteit
geeft rust en lopen is er een uitstekende gelegenheid voor. Niet voor niets zijn
er monniken die hun hele leven hebben rondgezworven om hun honger naar
levensvragen te stillen. Niet voor niets zijn er mensen die naar Santiago lopen
en steeds weer opnieuw starten. Het lijkt een soort verslaving, maar
waarschijnlijker is dat ze weer op weg gaan om meer levensvragen te overwegen.
Inge van der Zanden heeft een boekje geschreven over spiritueel pelgrimeren
met alle ins en outs daarbij. Dit boekje telt 268 pagina's, maar er wordt
ook veel gememoreerd over de historie van het pelgrimeren en de filosofie er om
heen. Soms wellicht door de veelheid van materiaal wat wazig, maar de moeite
waard om te lezen.
Nooit heb ik nog nagedacht over de evolutie
van het innerlijk van de mens.
Vroeger meenden we dat het iets met de ziel te maken had, als
creationist ben je dan al bijna klaar, maar helemaal duidelijk is het me nooit
geworden.
Op dit item werd ik opnieuw geattendeerd door het boek van J Stoop: Darwin, liefde
en God.
J Stoop is emeritus hoogleraar kindergeneeskunde en dat was ook de reden die mijn nieuwsgierigheid wekte. Het is een zeer doorwrocht werk geworden met zoveel literatuurverwijzingen, dat soms de verwijzingen meer plek innemen dan de tekst zelf. Dat maakt een boek niet erg gemakkelijk leesbaar. Vele metaforen worden gebruikt om te laten zien hoe men in het verleden tegen alles aankeek en hoe we uiteindelijk historische verhalen en ook bijbelverhalen wellicht zouden moeten interpreteren. De bijbel is als standaard voor het levensverhaal van de mens ingehaald door de evolutietheorie van Darwin. Niet is mij duidelijk geworden hoe hij denkt over het ontstaan van bewustzijn en empathische zaken als aandacht, liefde, tederheid etc. Hoe zou de ontwikkeling daarvan gegaan zijn in de evolutie? Had de eerste mens deze eigenschappen al of is het langzamerhand ontstaan, zoals alle andere ontwikkelingen? Als dat zo is, had de eerste mens dan wel een vrije wil? En wat is dat precies? Het boek schrijft veel over liefde en affectie etc. maar beantwoordt niet de vragen die het oproept. Alhoewel je nooit nooit moet zeggen, denk ik dat we deze vragen ook niet zullen kunnen beantwoorden voorlopig en daar ben ik als agnost wel tevreden mee.